Isolatiewaarden bepalen? Zo doet u dat! Deel 1 van 3
Wat is de isolatiewaarde van een woning of bedrijfspand? Bij aankoop of verbouwing is dit een belangrijke vraag. Niet altijd is echter direct duidelijk of het pand geïsoleerd is. En dan is het nog de vraag of de isolatie voldoet aan de Rc-waarden – de isolatiewaarden volgens het Bouwbesluit. Hoe komt u erachter wat deze waarden zijn? We geven u tips voor panden van diverse bouwjaren. Vandaag deel 1: monumenten en panden van 1918 tot 1960.
Inhoudsopgave
Allereerst: wat is het bouwjaar van het pand?
Is het bouwjaar van de woning of het bedrijfsgebouw niet bekend? En weet ook de eigenaar niet wat het bouwjaar is? Probeer dan eens via een van deze tips achter het bouwjaar te komen. Zo komt u erachter in hoeverre er sprake is van warmteverlies.
- Google op het adres. Vaak vindt u dan ook het bouwjaar.
- Veel rioolputten in de straat hebben een jaartal op de deksel staan. Dit jaartal is dan vermoedelijk het jaartal waarin de panden zijn gebouwd. Let op: probeer wel in te schatten of het riool niet een keer vervangen is!
- Soms hebben panden een gevelsteen waarop staat aangegeven wanneer de eerste steen is gelegd.
- Ziet u een monumentenbordje bij de voordeur? Dan heeft u te maken met een monument; een pand van meer dan 100 jaar oud.
Isolatiewaarden van een monument
Een monument isoleren is lastig. Te goede isolatie is onverstandig: condens in de constructie moet voorkomen worden. Voor een goede conditie van het monument kiest men er vaak voor om niet te isoleren, of hooguit tot een maximum Rc van 1.3.
De wanden van een monument zijn vaak van baksteen. De Rc-waarde kan dan in berekend worden.
Monumenten hebben vaak enkel glas met een U-waarde van 5,2. Om warmteverlies te voorkomen is er soms een voorzetraam voor dit enkele glas geplaatst. U-waarde is in dat geval 3,5.
Is het pand voorzien van monumentenglas, bijvoorbeeld Ruysdaelglas? Dan is de isolatiewaarde U=3,5. Check wel of het daadwerkelijk om monumentenglas gaat! Als u twijfelt, ga dan in de berekening uit van enkel glas.
Isolatiewaarden bij panden van 1918 tot 1960
Vanaf 1918 worden panden in beperkte mate geïsoleerd. De spouwmuur kwam toen in zwang. Deze waren nog verre van perfect, de muren werden op gebrekkige wijze gebouwd. Gaat het om panden tot 1960 en kunt u niets achterhalen over het type muur? Ga dan uit van een enkelsteens muur. De waarde is dan Rc = 0,2 m²K/W. De muur kan aan de binnenkant geïsoleerd zijn of geïsoleerd worden.
Het glas is vaak vervangen door dubbel glas of HR-glas. Gelukkig is prima zichtbaar of het gaat om dubbel of enkel glas: als u tussen het glas inkijkt, ziet u vaak in een van de hoeken een tekst met informatie over het glas. Is er geen informatie te vinden? Ga dan uit van dubbel glas. De waarde is in dat geval U = 3,2.
Vloeren zijn ongeïsoleerd als er geen kruipruimte is. Is er wel een kruipruimte? Dan is het mogelijk dat er na-isolatie is uitgevoerd in het pand. U checkt dit door het kruipluik op te tillen. Als het goed is, is namelijk ook de onderzijde van het luik voorzien van isolatiemateriaal. Vaak gaat het om PS of steenwol. Meet de dikte van het materiaal, vervolgens kunt u het soort isolatie inschatten.
Daken in panden met dit bouwjaar zijn meestal schuin. Een schuin dak kan aan de binnenzijde geïsoleerd zijn. Probeer te kijken of dit te zien is van binnenuit. Bijvoorbeeld bij het dakraam. Is het niet te zien, ga er dan vanuit dat het dak ongeïsoleerd is.
Is het dak plat en is er geen informatie over na-isolatie? Ga dan uit van een waarde van Rc =2,5.
Leever gebruikt het bepalen van isolatiewaarden voor het maken van transmissieberekeningen, koellastberekeningen en temperatuuroverschrijdingsberekeningen.
Hoe zit het met de isolatiewaarden bij gebouwen van 1960 tot heden? Lees het in deel 2 van deze blogreeks!
U kunt een offerte opvragen voor het maken van een transmissieberekening.